AllesEventsInspirerend

Vrouwen in de motorsport: teamcoördinator bij Ten Kate Racing Yamaha

Het Nederlandse Ten Kate Racing team werd in 1995 opgericht en neemt al vanaf 2001 deel aan het WK Superbikes. Tijdens het World Superbikes evenement op TT Assen mochten wij met topvrouwen uit de motorsport om tafel om het over hun werk te hebben. We spraken met Monique Trip, teamcoördinator bij Ten Kate Racing Yamaha.

Redactie: Sonja Sinot-de Bruijn & Ellen Kox
Foto’s: Sonja Sinot-de Bruijn & Ellen Kox

Wat voor werk doe je bij Ten Kate Racing Yamaha?

Als teamcoördinator doe ik eigenlijk heel veel. Ik ben verantwoordelijk voor de voorbereiding en organisatie van de race evenementen in het World Superbike en Supersport kampioenschap. Zodra de kalender in november of december uitkomt, ga ik als een dolle aan de gang om hotels en zo te regelen voor het hele team. Ik bekijk dan alle evenementen van het hele jaar, maar ga vooral eerst aan de slag met de zaken die lastig te regelen zijn.

Elk race-event heeft zijn eigen dingen om te regelen. Veel dingen kan ik inmiddels wel op de automatische piloot doen, omdat ik weet wat per race nodig is en ik in mijn hoofd een soort checklist heb van waar ik allemaal aan moet denken. Wel kosten sommige procedures veel tijd. Zo moet ik voor de races buiten de EU aparte documenten regelen. Daarna is het naar de raceweekenden toeleven en zorgen dat alles goed verloopt. Zo moet ik er bijvoorbeeld voor zorgen dat de vrachtwagenchauffeurs enveloppen met geld en/of creditcard hebben voor de reis.

Hoe zien je dagen eruit tijdens de raceweekenden?

Tijdens de evenementen in Europa is het vaak drukker, vooral de thuisrace (Assen, red.) is altijd wel druk en stressvol. We nodigen dan sponsoren en vrienden/bekenden uit. Zij hebben allemaal toegangspassen nodig en we moeten een indeling maken voor wie wanneer in de hospitality welkom is voor het eten, omdat het heel druk is. 

Ondanks dat ik dit werk al jarenlang doe, zijn er vooral ook bij de thuisrace altijd nog verrassingen. We werken tenslotte met mensen. Bij de thuisrace worden ook altijd wat extra evenementen georganiseerd tijdens het weekend. Zo rijdt Glenn op Assen met een ander design op zijn motor en deze wordt hier ook onthuld. De hospitality wordt op dinsdag opgebouwd en vanaf woensdag ben ik al op de paddock aanwezig.

Hoe groot is het team?

Het team is niet zo groot. We hebben 2 rijders (Stefano Manzi en Glenn van Straalen, red.) in de Supersport. Zonder de hospitalitymedewerkers en rijders zijn we maar met 9 mensen. Dat betekent dat er veel werk per persoon te doen is. De chef-monteur houdt zich bijvoorbeeld ook bezig met het inkopen van onderdelen en houdt de reserveonderdelen bij. 

Mijn eigen werk doe ik allemaal alleen. Natuurlijk overleg ik wel eens met de teammanager of met de jongens omdat ik alles zo goed mogelijk wil doen. Ik ben de enige vrouw in het team. Behalve in Assen, want dan hebben we wat extra hulp. 

De werktaken zijn voor iedereen wel breed. Als we overzees gaan en er is geen kok mee, dan doe ik de boodschappen voor de lunch, dat soort dingen komen er soms bij. Ik vind het fijn dat mijn taken niet afgebakend zijn.

Wat deed je voor de motorsport en hoe ben je hier terechtgekomen?

Ik had van huis uit niet echt iets met motorsport. In 2001 ben ik bij Evert Zager gaan werken, van Racesport.nl. Daar deed ik heel andere dingen, maar al snel ging ik mee naar Europese races om Nederlandse rijders te interviewen voor de website. Toen waren we altijd al te gast bij Ten Kate om te eten. 

Mijn voorgangster bij Ten Kate ging op een gegeven moment weg en toen hebben ze vanuit Ten Kate gevraagd of ik dit wou doen en dat leek me altijd al leuk. Vanaf 2008 ben ik dus teamcoördinator. 

Ik wist voorheen eigenlijk niet wat de motorsportwereld inhield. Als je er nooit geweest bent, kan je je niet voorstellen hoe het is. Vanaf het moment dat ik bij Evert ging werken, merkte ik dat het echt geweldig is. Ik vind het nu echt helemaal top; de motoren, het lawaai, het hele spelletje, inclusief de spanning. Als team wil je nu eenmaal graag winnen. Ik zou het niet direct een passie noemen, maar ik vind het wel helemaal geweldig en kijk thuis ook naar MotoGP. 

Het is toch een soort virus wat je te pakken krijgt.

Wat vind je het leukste aan werken in de motorsport?

Ik doe dit werk nog altijd met veel plezier. Ik vind mijn werk heel afwisselend, ik kom veel mensen tegen en heb heel veel te regelen. Dat vind ik leuk; om alles te regelen, te zorgen dat alles klopt en het mensen naar hun zin te maken. 

Persoonlijk vind ik Australië (de eerste op de kalender, red.) de leukste race van het jaar. Het is daar toch altijd een beetje anders; relaxter, mooi weer, en je komt dan net zelf uit de winter. Ook leer je het team daar heel goed kennen, wat vooral fijn is als er net een nieuw teamlid is. Je brengt daar veel tijd met elkaar door en bent ook veel in de pitbox, overzees hebben we namelijk geen hospitality. De leuke kant van dit werk is ook dat je de optie hebt om er een paar dagen aan vast te plakken, om zelf wat te zien van een land. Dat heb ik ook in Australië wel eens gedaan. 

Nu moet je het natuurlijk niet romantiseren. Tijdens veel races zie je ook alleen maar het hotel, vliegveld en circuit. Ook is er niet altijd tijd om de races zelf mee te krijgen, vooral wanneer er veel gasten zijn zoals op Assen, maar ook doordat je alweer voorbereidingen moet treffen voor de races één of twee weken daarna.

Rij je zelf ook motor?

Ja. Het is wel een tijdje geleden. Het komt er vaak niet van omdat ik veel weg ben en als ik thuis ben is er vaak veel met vrienden en familie. Of soms gewoon een keer even lekker niks.

Ik moet hem eigenlijk wel weer een keer van stal halen, ja. 

Sinds 2007 heb ik een Suzuki. Ik ga nooit meer een andere kopen en zal hem nooit weg doen. Ik heb bewust gekozen voor een tweecilinder, een SV 650. Mijn eerste motor was een Honda CBR 600. Die vond ik te snel en de zithouding te ver voorover. De SV werd door een vriend geadviseerd en heb ik nieuw gekocht. De motorrem van de tweecilinder vind ik fijner en daardoor voel ik me zekerder. 

Op de baan rijden is wel heel anders, ik heb één keer op Assen gereden. Ja, het lijkt me geweldig als je dat kan hè. Zoals die jongens dat doen, echt kicken! Maar ik reed hier op zo’n circuitdag en er was gewoon zoveel asfalt. Ik wist niet waar ik heen moest, dus eh.. Heel anders dan op de weg, maar wel heel leuk om een keer gedaan te hebben, vooral omdat het op Assen was. Het gaat erom dat je er zelf plezier in hebt. 

Je reist veel, hoe combineer je dat met je persoonlijke leven?

Je brengt heel veel tijd door met het team. Overzees slaap je dan met zijn allen in een hotel. ‘s Avonds zitten we vaak met zijn allen in de hospitality, samen voetbal kijken. De hospitality is onze huiskamer. 

Op zich ben ik toch redelijk veel thuis. We zijn geen MotoGP dus we hebben minder evenementen. Soms mis ik natuurlijk wel dingen; verjaardagen en feestjes, dat is uiteraard wel eens jammer. Dat ervaart iedereen hier wel, iedereen vindt het werk hartstikke leuk om te doen, maar vindt dat wel eens een nadeel. 

Voor mij scheelt het dat mijn vriend bij Honda Superbike werkt, op dezelfde paddock. Tijdens het werk zien we elkaar nauwelijks, maar we zijn wel op dezelfde momenten thuis. Het scheelt ook dat we geen kinderen hebben, dan had ik dit werk ook niet kunnen doen. Er zijn wel mensen die hier werken en kinderen hebben, maar dat had ik dan denk ik nooit gedaan.

Welke tips heb je voor vrouwen die in de motorwereld willen werken?

Binnen de motorwereld zijn er nog wel wat vooroordelen over vrouwen. Je moet gewoon lef hebben om dat te doorbreken. Zelf kan ik heel goed werken met mannen, dat heb ik altijd al gehad. Ik heb ook nooit iets negatiefs ervaren aan het werken met mannen. Ik vind de humor leuk.

Vrouwen moeten niet denken dat het een vervelende wereld is. Juist leuk, als er op allerlei functies ook vrouwen komen. Je ziet wel steeds meer vrouwen op de paddock. Er is bijvoorbeeld een bandenvrouw bij Pirelli en Lucia (Honda, zie interview) doet data en elektronica. 

Als je bepaalde interesses hebt en overtuigd bent van je eigen kunnen, dan moet je er gewoon voor gaan. Niet denken dat ze geen vrouw in het team willen. Als je denkt dat je het kan, dan moet je gewoon solliciteren. Als je het niet probeert dan weet je het ook niet. Je moet niet bang zijn voor vieze handen, maar je hoeft ook geen manwijf te zijn. 

Hoe kijk je aan tegen het vrouwenkampioenschap WorldWCR?

Op zich heel mooi dat het er komt. In het verleden had je Ana Carrasco. In de 300 heeft ze het heel goed gedaan, maar in de 600 bleef ze dan toch achter. Ik weet niet of dat te maken heeft met fysiek. In het hoofd zouden vrouwen net zo goed moeten kunnen rijden als een man. Daarom is het vrouwenkampioenschap goed, zodat vrouwen zich met elkaar kunnen meten en misschien dat blijkt dat de top het nog helemaal niet zo slecht doet ten opzichte van de mannen. Misschien dat er in de toekomst dan toch weer een keer dingen door elkaar kunnen gaan gebeuren. 

Als je het niet op deze manier doet, denk ik dat het moeilijk is om je als vrouw op het internationale toneel te profileren. Sponsoren zullen al gauw denken dat vrouwen misschien het toch niet zo goed doen en daarom niet weten wat ze ervoor terugkrijgen, omdat je bijvoorbeeld niet in de top 3 zit. Door het vrouwenkampioenschap komt er meer aandacht. Ik ben heel benieuwd en vind het ook echt wel leuk. 

Meer lezen over het WorldWCR?

Wat zijn jullie verwachtingen voor dit weekend?

Goede vraag, het weer is erg wisselend en dat maakt de voorbereiding wel lastig. Beide rijders kunnen het op dit circuit heel goed, dus ik hoop dat ze het allebei ook heel goed gaan doen. Voor Glenn is er natuurlijk iets meer druk omdat het zijn thuisrace is. We hopen wat punten te kunnen pakken. Het allermooiste is natuurlijk om op het podium te kunnen staan en dat moet gewoon kunnen!

En of Ten Kate Racing punten heeft kunnen pakken! Glenn van Straalen weet een mooie overwinning te pakken in race 2 van de Supersport race. En dat op de R6 met een speciaal oranje ontwerp die de dag van tevoren onthuld werd in het hospitality center.

Bedankt Monique en Ten Kate voor de gastvrijheid en het interview.